Om koppositie Nederlandse tuinbouw te behouden, moeten we grensverleggend gaan denken

 

De Nederlandse tuinbouw staat aan de vooravond van grote veranderingen. Ontwikkelingen in productietechnieken, wereldhandelsstromen, de opkomst van online handelsplatformen en veranderd consumentengedrag knagen aan de decennialange technologische- en handelskoppositie van de Nederlandse tuinbouw.

 

De grote vraag is welke ontwikkeling de hegemonie van de Nederlandse tuinbouw definitief gaat ondergraven: is het de opkomst van nieuwe technologieën zoals vertical & remote farming; de Europese houding ten aanzien van CRISPR-Cas; waarbij de revolutionaire veredelingstechniek van het knippen en plakken van genen voorlopig in de kast werd gezet? Is het de tomeloze ambitie van de grootste tuinbouwproducent van de wereld, China, of zijn het toch de global platforms Amazone en Tencent die de markt gaan beheersen? Of blijkt de cannabisteelt de grote disruptor?

 

Er staan veel uitdagingen voor de deur die om een fundamenteel andere aanpak vragen. We zien een sector die volwassen wordt door consolidatie, fusie- en overname en kapitaal van Private Equity. En een sector die meer en meer behoefte heeft aan hooggespecialiseerde kennis.

 

Eén ding is zeker: er is grensverleggende visie en ondernemerschap nodig om de voorsprong in de wereld te behouden. Toonaangevende ondernemingen zoeken nu al de oplossing in diversiteit in de boardroom, e-commerce initiatieven en zoeken soms ook juist de samenwerking op met buitenlandse partijen. Ook thema’s als gezondheid, welbevinden en duurzaamheid worden voor de tuinbouw steeds belangrijker. Maar is dit genoeg?

 

Baanbrekende innovaties zijn nodig, wil Nederland aan de top blijven. Het wordt tijd dat ondernemingen in de tuinbouw hun grenzen gaan verleggen. Die baanbrekende innovaties kan de tuinbouw alleen bereiken bij het vooruitzicht op een hoger, schijnbaar onbereikbaar, doel. Een doel dat tot gezamenlijke actie en ontwikkeling aanzet. Een gezamenlijk hoger doel dat verbindt.

 

Tuinbouw op de planeet Mars of in de ruimte spreekt de nieuwe generatie tot de verbeelding. Het kan de Nederlandse tuinbouw uitdagen te werken aan fundamenteel andere systemen en technologieën. Immers, dat vergt radicale innovaties in circulair telen, in grensverleggende genetica, en een extreme focus op de relatie tussen voeding en gezondheid tussen groen en welbevinden. Massaal leven en telen in de ruimte lijkt nu nog ver weg, maar het levert ons ondertussen wel nieuwe kennis en inzichten op. Op aarde kunnen we hiervan de vruchten plukken en zo onze koploperspositie behouden.

 

Dat lijkt mij een véél beter idee dan meedoen met de Autonomous Greenhouse Challenge die David Wallerstein, de CXO van Tencent, uitschreef, nota bene met Wageningen UR. Wallerstein wil alle laatst beschikbare kennis over de autonome kas verzamelen. Hij wil daarmee voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Als we als land hieraan meedoen, geven we onze kennis eenvoudig weg aan één van de mogelijk grootste concurrenten van ons Nederlandse tuinbouw ecosysteem.

 

Eén van de deelnemers schreef dat deelname belangrijker is dan winnen. Maar de winnaar van deze prijsvraag is niet het winnende team, maar juist Tencent. Dat principe hoef je aan de grote innovators van deze aarde als bijvoorbeeld Elon Musk van SpaceX niet uit te leggen. We zitten als Nederlanders kennelijk nog te veel op onze historische troon om dit echt te begrijpen. Wanneer worden we wakker en gaan we zelf het heft weer in handen nemen?

 

De nieuwe generatie van leiders in horticulture is aan zet . De nieuwe generatie kan schijnbaar onbereikbare doelen stellen, snelheid ontwikkelen en grensverleggend denken. De Nederlandse tuinbouw gaat telen op Mars. De nieuwe generatie, de zogenaamde SUB40’ers, gaat het deze eeuw nog meemaken. Op 1 november is de kick-off.

Deel dit artikel ook op jouw sociale kanalen