Zonder goede logistiek loopt de tuinbouw snel vast. De producten die we in Nederland telen, moeten hun weg vinden naar de eindgebruiker en de producten die we importeren, hebben vervoer nodig vanuit hun productieland.
In die logistiek zien Nico Anten (links) en Leon Simons (rechts) van Connekt (een onafhankelijk netwerk voor slimme mobiliteit en duurzame logistiek) drie grote uitdagingen: digitalisering, decarbonisatie en disruptie. Deze drie D’s vragen de komende jaren om veel aandacht.”
Laten we beginnen met de d van digitalisering: wat kunnen we op dat terrein verwachten?
Leon: “‘Data is koning’, wordt er vaak gezegd. Maar data is nog geen informatie. Bovendien hebben we met zoveel verschillende systemen te maken.
Ik denk dat degene die data makkelijk en op de juiste manier toegankelijk kan maken, de winnaar zal blijken. In de huidige situatie zijn partijen nog sterk afhankelijk van de gegevens die ze geleverd krijgen. Dan moet je hopen en vertrouwen dat je de informatie krijgt die je op dat moment nodig hebt, dat het klopt en dat het volledig is. Zou ’t daarom niet beter zijn als je zelf die gegevens voor- en achterwaarts in de keten kunt ophalen? Ik heb van selectieve toegankelijkheid hogere verwachtingen dan van het volledige standaardiseren van data; dat is bijna een ondoenlijke opgave.” Nico: “Het is de vraag hoe we iedereen meekrijgen in deze digitaliseringsopgave. Dat gaat de grote logistieke dienstverleners wel lukken, maar kunnen de kleinere bedrijven ook aanhaken? Een andere uitdaging is hoe we kunnen voorkomen dat grote dataplatformen een monopoliepositie krijgen. Het is belangrijk dat we gegevens delen en toegankelijk maken, maar we willen niet toe naar een centrale database en monopolisten. We kunnen beter inzetten op duidelijke afsprakenstelsels over toegang: wie mag welke informatie ophalen?”
Gaat het dan alleen om data van logistieke partijen of ook van telers?
Leon: “Het kan echt een gamechanger zijn als we ook de data van telers kunnen ontsluiten. Hoe eerder je informatie kunt koppelen, hoe beter dat is voor de hele keten. Daarbij is het essentieel dat alle partijen elkaar vertrouwen. En dat duurt gewoon even.” Nico: “Als je de keten duurzaam wil organiseren, is transparantie essentieel. Dus ja, dan is het bijvoorbeeld voor de transporteur handig om te weten hoeveel tomaten hij de komende week voor transport kan verwachten. Natuurlijk ligt het delen van commerciële data gevoelig, maar al veel minder gevoelig als je elkaar kent en vertrouwt. Daarom moet de keten werken aan een digitale oplossing die betrouwbaar en vertrouwd is.” Leon: “In mijn optiek moet logistiek een meer leidende rol nemen. Nu doet de sector vooral wat de klant of leverancier wil. Morgen geleverd? Dan doen we dat. Als logistieke dienstverleners eerder beschikken over de gegevens wat, waar en wanneer verwacht wordt, kunnen zij het proces veel slimmer en duurzamer inrichten. Je zult dan ook zien dat interne en externe logistiek veel meer in elkaar gaan overvloeien.”
De tweede d staat voor decarbonisatie. Wat speelt er op dat terrein ?
Nico: “Steeds meer partijen in de logistieke sector willen zich verantwoorden over hun CO2-uitstoot. Dat heeft meteen een parallel met data; als je je wil verantwoorden, heb je inzicht nodig. En voor een juist plaatje gaat het dan niet alleen om informatie over je eigen uitstoot, maar ook om data vanuit de rest van de keten. Daar zijn inmiddels slimme oplossingen voor bedacht, zoals BigMile, en we zien dat veel bedrijven die stap al zetten. Straks heb je als bedrijf niet alleen een financiële jaarrekening, maar ook een emissiejaarrekening. Je ziet dat met name jongeren dit soort zaken belangrijk vinden. Zij wegen af of ze wel willen werken bij een bedrijf dat in hun ogen niet of onvoldoende duurzaam is.” Leon: “In dat kader past de discussie of we niet veel meer toe moeten naar lokaal produceren. En waarom zouden wij bloemen uit Kenia, die bestemd zijn voor de Amerikaanse markt, eerst naar Nederland halen? Er gaan stemmen op om de emissiehandel, de ETS, uit te breiden met wegtransport. Dat zal een sterke financiële prikkel zijn om slimmer om te gaan met transport.”
De laatste d is van disruptie. Kan de sector zich daar überhaupt op voorbereiden?
Nico: “Disruptie kan over van alles gaan: een schip dat het Suezkanaal blokkeert, de uitbraak van een pandemie, klimaatverandering… Het is lastig en soms zelfs onmogelijk om je voor te bereiden op dit soort scenario’s. Neemt niet weg dat het goed is om als sector en als bedrijf na te denken over mogelijkheden om je weerbaarheid te vergroten. Het is goed om ons te realiseren dat de logistieke sector én de producenten die daar achter zitten, echt cruciaal zijn voor onze samenleving. Tijdens de coronacrisis heeft het allemaal gepiept en gekraakt en toch waren de schappen – afgezien van een paar dwaze hamsterdagen – steeds gewoon gevuld, de ziekenhuizen bevoorraad en de pakjes bezorgd. We hebben terecht geklapt voor de zorg, maar ik denk dat meer erkenning voor de hele logistieke keten op z’n plek is. Ook in tijden van disruptie moet deze sector overeind kunnen blijven. Het is belangrijk dat de bedrijven zelf, de sector als geheel en de overheid daar over nadenken en waar mogelijk op anticiperen.”