NEDERLAND VOEDT EN VERGROENT DE WERELD

 

Het voeden van 10 miljard monden, de transitie naar duurzame energie en het gebruik van minder water: een aantal van de grootste maatschappelijke uitdagingen van dit moment is direct verbonden met de tuinbouwsector.

 

‘Er is op het gebied van tuinbouw veel ruimte voor onderzoek en ontwikkeling in ons land. Hierdoor kijkt de hele wereld naar Nederland,’ zegt Leo Marcelis, hoogleraar tuinbouw aan de Wageningen Universiteit. En zo kun je in de Nederlandse tuinbouw iedere dag volop met grote maatschappelijke vraagstukken en innovatie bezig zijn.

 

TIEN MILJARD MONDEN
Te beginnen met voedsel. In 2050 al zijn we bijna met 10 miljard mensen. Om te zorgen dat er voldoende voedsel is voor deze groeiende bevolking, moet er meer voedsel worden verbouwd op een kleiner oppervlak. Volgens velen is het precies de tuinbouw waar we de oplossing voor het wereldvoedselprobleem kunnen vinden. Bij redactieleden van deze Hillenraad-editie komt het ‘voeden van de wereld’ steeds terug als motivatie om juist in déze sector te werken.

 

‘Om tien miljard monden te voeden moet er veel meer voedsel worden geproduceerd op een kleine oppervlakte. Er is immers minder ruimte,’ zegt Marcelis. ‘Dat is typisch iets voor de tuinbouw. In kassen worden hele hoge productieniveaus per vierkante meter behaald, omdat alle groeifactoren goed te beheersen zijn. Hierdoor kan de tuinbouw voorzien in de toenemende vraag naar in ieder geval vers voedsel, over de hele wereld.’ Volgens het World Economic Forum zijn wolkenkrabbers met daarin Vertical Farms een mogelijke oplossing voor het voedselprobleem. Talloze bedrijven in deze editie zijn betrokken bij de ontwikkeling van Vertical Farming.

 

Bovendien wordt naast ‘is er genoeg eten voor iedereen?’ ook de vraag ‘eten we wel gezond?’ in de toekomst steeds belangrijker. Ook daar heeft de Nederlandse tuinbouw een antwoord op. We telen in Nederland efficiënt, en dus relatief goedkoop, groenten en fruit die over de hele wereld worden geëxporteerd.

 

LICHT EN WARMTE
De productie in kassen is dus efficiënt, maar hoe zit het met het energieverbruik? Ook daarin innoveert Nederland druk. ‘Ten opzichte van dertig jaar geleden is de energie-efficiëntie meer dan verdubbeld. Uiteindelijk willen we natuurlijk toe naar een klimaatneutrale situatie,’ zegt Marcelis.

 

Er is op veel vlakken energiewinst te behalen. Voor de verlichting van kassen stappen steeds meer tuinders over op LED verlichting, een energiezuinige technologie die ook steeds goedkoper wordt. Marcelis doet aan de Wageningen Universiteit onderzoek naar hoe (LED)licht ook nog eens de voedingswaarde van producten kan verhogen.

 

Wat de verwarming van de kassen betreft is ‘het nieuwe telen’ in volle gang. ‘Tuinders kijken naar wat een plant nodig heeft en passen bijvoorbeeld de temperatuur in de kas hierop aan. Er wordt niet zomaar meer een hele kas verwarmd.’

 

Om af te stappen van gas als energiebron zijn er verschillende mogelijkheden. Steeds meer tuinbouwbedrijven gebruiken aardwarmte en sommigen kiezen ervoor om warmte in de zomer op te slaan in de grond en die warmte in de winter weer te kunnen gebruiken.

 

WATER
De droogte in de zomer van 2018 drukt onze neuzen op het belang van zuinig waterverbruik. De Nederlandse tuinbouw loopt hierin voorop. Een voorbeeld: in Zuid-Europa verbruikt een teler van tomaten in een open veld 60 liter water per kilogram tomaten. In een Spaanse plastic kas wordt dit verbruik al gehalveerd, naar zo’n 30 liter water per kilo. De gemiddelde Nederlandse kas spant de kroon: een kilogram tomaten verbruikt hier 15 tot 17 liter water. Met inzet van de laatste technieken kan dat zelf teruggebracht worden tot 4 liter per kg.

 

Waarom zo weinig? ‘Omdat het productieniveau in Nederland zo hoog is, verdampt er in een kas weinig water. En in Nederland telen we op substraat. In de goten waarin het substraat ligt, vangen tuinders water op dat ze daarna opnieuw gebruiken,’ zegt Marcelis.

 

Een ander mooi voorbeeld is het hergebruik van afvalwater uit de stad in de voedselproductie. Daarmee worden twee problemen in een klap opgelost.

 

LIGGING
Veel tuinbouwbedrijven zijn ideaal gepositioneerd tussen de universiteiten van Delft, Wageningen en Rotterdam in. Over grote vraagstukken rond energie(opslag), de circulaire economie, transport, water en voedsel wordt in deze sector iedere dag nagedacht.

 

MAAR ER IS NOG EEN ANDER LINK TUSSEN TUINBOUW EN STEDEN
Naarmate een steeds groter deel van de wereldbevolking in steden gaat wonen, ligt er ook potentie voor de sector in het leveren van schone lucht aan inwoners van de stad. Planten zuiveren immers de lucht en geven zuurstof af. Dat vindt nu al zijn toepassing in kantoren, scholen, ziekenhuizen en woningen. Zuivere, schone lucht in een omgeving met planten verhoogt de productiviteit en het geluksgevoel. Tel daar bij op het geluksgevoel bij het geven of ontvangen van een mooi boeket bloemen en je snapt waarom tuinbouw zo in de belangstelling staat.

Deel dit artikel ook op jouw sociale kanalen