Greenhouse technology as a service. “Anders gezegd: De klant vraagt dan niet meer om een kas, maar om een bepaalde opbrengst aan bijvoorbeeld tomaten. Het is vergelijkbaar met de overstap van autobezit naar mobility as a service: mensen willen geen auto, ze willen mobiliteit. Ik ben ervan overtuigd dat we binnen nu en 10 jaar dit soort serviceconcepten op grote schaal in de tuinbouw gaan tegenkomen.”
Annie van de Riet, voorzitter van de AVAG (branchevereniging van kassenbouwers en installateurs in de glastuinbouw) weet niet wanneer het er komt, wel dát het er komt. De Venlokas, wereldwijd de meest gebouwde glazen kas, lijkt inmiddels behoorlijk geoptimaliseerd en uitontwikkeld. Dat betekent allerminst dat de innovatiedrift bij kassenbouwers en installateurs in de glastuinbouw tot stilstand is gekomen. Annie vertelt: “De meest recente ontwikkelingen richten zich minder op de constructie van de kas en veel meer op de componenten, zoals klimaatbeheersing en installaties, en dan met name op de interactie tussen die verschillende componenten. Ik verwacht dat vooral daar de vernieuwing zit.”
Local for local
De AVAG-voorzitter schetst dat teeltbeheersing een steeds dominantere rol krijgt en ook meer en meer geïntegreerd wordt in de andere elementen van de kas. Een logische ontwikkeling, nu Nederlandse bedrijven allang niet meer alleen in Nederland kassen bouwen, maar ook en vooral op andere plekken in de wereld. “Steeds vaker in gebieden die om specifieke klimaatoplossingen vragen en waar de standaard Venlokas, die in en voor Nederland is ontwikkeld, niet zomaar voldoet”, legt Annie uit. Ze voorziet dat de productie van kassen deels naar het buitenland zal verschuiven. Dat heeft enerzijds te maken met het feit dat sommige landen eisen dat een deel van de productie lokaal plaatsvindt. Daarnaast zien volgens haar ook steeds meer bedrijven de waanzin in van het versturen van staal over de hele wereld. “Dat kan natuurlijk anders en efficiënter. Corona heeft die beweging nog eens versterkt. We gaan steeds meer naar ‘local for local’ en willen af van het gesleep van producten over de hele wereld.” Door deze ontwikkeling zullen veel Nederlandse kassenbouwers en toeleveranciers van puur productie meer naar engineering en contracting gaan. Annie wijst erop dat dit om een ander type medewerkers vraagt. “Dan heb je bijvoorbeeld IT-specialisten en dataanalisten nodig. Die professionals voor onze sector interesseren, is best een uitdaging.”
Aftersales
Bij de levering van kassen of installaties in het buitenland is de aftersales een extra aandachtspunt. Annie ziet dat steeds meer bedrijven ervoor kiezen om ter plekke een vestiging te openen. “Het is niet zo moeilijk om onderdelen voor een installatie via DHL in Canada te krijgen, maar hoe zorg je ervoor dat je daar goede service kunt leveren? Dat kun je niet allemaal vanuit Nederland organiseren en dus heb je lokale partijen nodig.” Ze weet dat sommige bedrijven erover nadenken om in dat traject gezamenlijk op te trekken en bijvoorbeeld samen met een lokale partner een servicekantoor op te zetten. Er zijn ook ondernemers die een andere weg bewandelen en een lokale speler overnemen om de aftersales beter te organiseren. Daarbij speelt ook een rol dat kassen met al hun techniek steeds complexer worden. Annie: “Ik vergelijk het weleens met een Tesla geven aan iemand die nu nog op een brommer rijdt. Om het maximale uit die Tesla te halen, kan de bestuurder wel wat begeleiding gebruiken!”
Sterke concurrentiepositie
In de kassenbouw en installatietechniek voor de glastuinbouw is Nederland nog altijd een vooraanstaande en dominante speler. Annie is optimistisch over die sterke concurrentiepositie. Toch waarschuwt ze voor gemakzucht. “China gaat ons inhalen en we komen de Chinese kassenbouwers en installateurs straks ongetwijfeld ook op andere plekken in de wereld tegen. We kunnen nu op basis van kwaliteit nog steeds het verschil maken, maar we moeten er wel keihard voor werken om die voorsprong te behouden. Daarom ben ik zo blij met een stichting als Hortivation die innovaties stimuleert. En dat stopt nooit: je zult je als individueel bedrijf én als sector moeten blijven ontwikkelen.” Ze vertelt dat Hortivation daarvoor verschillende initiatieven neemt. Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van een data-hub: een infrastructuur die het de verschillende partijen in de glastuinbouw mogelijk maakt om data uit te wisselen. “We hebben nu een prototype ontwikkeld. Na de pilotfase gaan we het verder uitrollen.”
Growing as a service
Het belang van zo’n data-hub illustreert volgens Annie dat de innovatiefocus in de kassenbouw- en installatiesector is verschoven van de hardware (de kas en de installaties) naar de software- en datakant. Waar eerst de kas of installatie het hoofdproduct waren, gaat het nu vooral om de interactie tussen alle elementen. En op termijn zal er een verschuiving plaatsvinden naar growing as a service of greenhouse technology as a service. “Dat wordt wel een geleidelijk proces. Ik verwacht dat we binnen nu en vijf jaar naar autonome productie-units kunnen gaan en binnen tien jaar volledig autonome kassen zullen hebben. Dan kan growing as a service technisch gezien te realiseren zijn. Overigens is dat concept natuurlijk lang niet voor elke tuinbouwondernemer interessant en haalbaar.”